Frans Wijffels, ca 1962
ItalieGeen. "Het Fortuyn". | 73 |
Naast het kapitale heerenhuis no. 12 stonden oudtijds, zooals wij hiervoren op blz. 76 reeds zagen, twee in drieën verdeelde huizen en erf, geheeten eenen houtthuyn met eene poort, waarvan het huis, bestaande uit twee woningen onder één dak, nu genummerd Wolvenhoek 10, zooals wij daarbij ook zagen, van af 1566 bijna voortdurend toebehoorde aan de achtereenvolgende eigenaars van dat heerenhuis, waaraan het nu nog toebehoort.
Hierop volgde noordwaarts het huis, dat het tweede der huizen, genaamd de Houttuin, was en thans genummerd is Wolvenhoek 8; Johan van Rotterdam, eerst notaris en procureur te den Bosch, daarna drossaard van Loon op Zand, (wiens vrouw was Susanna van Wesep) kocht het 2 December 1683 (Reg. n°. 502 f. 541 vso) van Agnes van Rysingen wed. van Peter Jacobszn. de Gulicker. Van hem erfden het zijne kinderen Francois van Rotterdam, schepen van den Bosch en Johanna van Rotterdam, echtgenoote van Theodorus van Asten, notaris aldaar, die 12 April 1712 (Reg. n°. 529 f. 330 vso) de helft, welke zijne schoonzuster daarin had, van zijnen genoemden zwager kocht. Johan van Asten, notaris te 's Gravenhage, als voogd over de minderjarige kinderen van genoemden Theodorus
| 85 |
van Asten, die het blijkbaar van hunnen oom François van Rotterdam hadden geërfd, verkocht 1 December 1725 (Reg. n°. 542 f. 74 vso) dit huis aan mr. Nicolaas van Orthen, advocaat te den Bosch, wiens vrouw was Catharina de Bruin; zijne erfgenamen, zijnde: Johan Willem van den Bongaert, koopman te den Bosch; Adriaan Govaerts te Dongen; Maria, Peter, Anna en Catharina Josepha Slaats; Geertruid Slaats, weduwe van Adriaan Heeren en Johan van Miert als man van Adriana Slaats, allen wonende te Waalwijk, verkochten het 15 Juli 1764 (Reg. n°. 579 f. 80) aan Antony Kemps, med. doctor te den Bosch. Het daarop volgend huis, thans genummerd Wolvenhoek 6, werd 8 Mei 1610, als wanneer het genaamd was In de witte fortuin, door Willem, zoon van Ambrosius Willemszn. en Aleid, de bastaarddochter van Wouter Toelinck en Cornelia huisvrouw van Jan Lambertszn van den Borne en dochter van Laureyns Geritszn., verkocht (Reg. n°. 280 f. 56) aan Jan van Rysingen Janszn.; zie ook nog (Reg. n°. 283 f. 559); het werd toen gezegd te staan tegenover het Huis van Brecht tusschen het huis eertijds van Jan Corneliszn., timmerman, nu van den schrijnwerker Henrick Bolants Reynerszn. ex uno en dat eertijds der erfgenamen van Peter van Balen, nu van mr. Jacob van Balen Christoffelszn, president-schepen der stad, ex alio en zich achterwaarts uit te strekken tot aan den tuin van het ander groot huis en poort van dien van Balen. Elisabeth van Sambeeck Hermansdr., weduwe van genoemden van Rysingen, later huisvrouw van Jonker Cornelis Schenck van Toutenburg, schonk 29 November 1661 (Reg. n°. 463 f. 98) dit huis, dat alstoen gezegd werd te staan tusschen dat van Henrick, zoon van Reyner Bolants, ex uno en dat van mr. Jacob van Balen Christoffelszn, president-schepen van den Bosch, ex alio en zich achterwaarts uit te strekken tot aan het erf van laatstgenoemde, aan Margaretha en Barbara, kinderen van Johan Signoriouw en Agnes van Rysingen en aan Jacobus, Johannes en Elisabeth de Gulicker, kinderen van Peter Jacobszn de Gulicker en Agnes van Rijsingen voornoemd; zij verkochten het 15 April 1678
| 86 |
(Reg. n°. 496 f. 147) aan Peter van Heynsbergen, klerk der rentmeesters van den Bosch; het werd toen omschreven als een huis met erf en tuin, staande aan de Zyle tusschen het huis der verkoopers ex uno en dat van Van Balen ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het erf van dezen laatste. De erven van genoemden Peter van Heynsbergen verkochten het 27 Sept. 1704 (Reg. no. 516 f. 382 vso) aan Gerard van Gakeroy, notaris en klerk ter griffie van de stad den Bosch, die daarin reeds twee deelen bezat; het werd toen weder gezegd Noordwaarts te grenzen aan het huis van Jonker van Balen en achterwaarts aan diens erf. Van Gerard van Gakeroy kocht het 12 November 1704 (Reg. n°. 485 f. 64 vso) Reinier Plenus, destijds koopman te den Bosch, later agent en solliciteur-militair in den Haag. Johan Vorstenbosch, heer van Aalst en Zegenwerp, als executeur van het testament van Maria van Bruggen, weduwe van genoemden Plenus, verkocht 4 Augustus 1750 (Reg. n°. 570 f. 55 vso) dit huis aan Petronella Verkuyl weduwe van Gijsbertus van Heumen; later behoorde het aan eenen Cornelis van Warmont. Zooals uit de omschrijvingen der hiervoren beschreven huizen is gebleken, grensden daaraan huizen en erven der familie Van Balen, die eens bezat al wat tusschen het straatje het Klein Lombardje en het laatstelijk beschreven huis was gelegen en voorts het erf, dat zich achter de aan de Oostzijde van den Wolvenhoek staande huizen vanaf laatstgezegd straatje tot aan de Waterstraat uitstrekte. De familie Van Balen bezat dan eens dit geheele goed dan weder slechts een deel daarvan, zoodat het zeer moeilijk is precies op te geven wat zij achtereenvolgens er van bezaten en hoever zich telkens hare bezittingen uitstrekten.
De oudste akten, betreffende hetgeen de familie Van Balen aan de Oostzijde van den Wolvenhoek bezat, zijn die van 11 September 1512 (Reg. no. 106 f. 333), waarbij Willem, zoon van Willem Mugheuvel, twee naast elkander staande huisjes, staande tusschen het huis van na te noemen Peter van Balen
| 87 |
ex uno 1) en eenen weg, toebehoorende aan dezen en aan Christiaan Coenen, ex alio, en alsnog een huisje, staande tusschen het huis van dien Peter van Balen ex uno en voormelden weg ex alio, - aan dezen laatste verkoopt, alsmede eene akte van 10 December 1515 (Reg. no. 111 f. 470 vso), waarbij Willelma weduwe van genoemden Willem Mugheuvel Willemszn. aan Peter van Balen Jan Willemszn verkoopt een hoekhuis met erf, staande retro vagum porcum ter plaatse genaamd de Zijle tusschen het erf van genoemden Van Balen ex uno et fine uno en eenen weg, daar onmiddelijk langs loopende, en ex alio zich cum reliquo fine uitstrekkende tot aan dien weg, met het recht van gebruik van dien weg (welke loopt tusschen het erf van meergenoemden Van Balen ex uno en twee huisjes van verkoopster en het erf van Beatrix weduwe van Martinus van Weert, timmerman, ex alio en zich uitstrekte vanaf de openbare straat (de Zijle) tot aan de plaats van Christiaan Coenen 2). Uit de omschrijvingen, welke in de beide voormelde akten voorkomen, valt met zekerheid op te maken, dat zij betreffen het huis, thans genummerd Wolvenhoek 2.
Eene andere der oudste akten, betreffende hetgeen de familie Van Balen aan de Oostzijde van den Wolvenhoek bezat, is die van Mei 1506 (Reg. no. 100 f. 178), waarbij genoemde Willem Mugheuvel Willemszn aan Goeswijn van Brecht verkoopt: huis, erf, plaats en achterhuis, staande en gelegen in de Zylestraat tegenover het huis van genoemden van Brecht en tusschen het huis der kinderen Dirck Lambertszn ex uno en het voorschreven hoekhuis met erf ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het erf van Maria, weduwe van genoemden Christiaan Coenen en hare kinderen. Genoemde Goeswijn van Brecht verkocht hetgeen hij als laatstgezegd kocht 2 October 1506 (Reg. no. 101 f. 1) aan meergenoemden Peter van Balen;
| 88 |
het werd nu gezegd te zijn: huis met erf; plaats en achterhuis, staande aan de Zijlestraat tegenover het huis van hem, Goeswijn van Brecht en tusschen het huis van Daniel en Arnd, zonen van Dirck Lambertszn ex uno en dat van Willem Mugheuvel ex alio, en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het erf van domicella Maria wed. van Herman Coenen en hunne kinderen, met het recht van gebruik van eenen weg, loopende vanaf gezegd achterhuis tot aan de Zijlestraat. Uit de omschrijving, welke in deze akte voorkomt, valt eveneens met zekerheid op te maken, dat het in deze en de daaraan voorafgaande akte getransporteerd huis dat is, hetwelk thans is genummerd Wolvenhoek 4. Zoo was dan 10 December 1515 Peter van Balen, zoon van Jan Willemszn., eigenaar van het geheele blok huizen, dat zich bevindt in den Wolvenhoek tusschen het huis, thans genummerd 6 en het Klein Lombardje.
De vrouw van dien Peter van Balen was Aleid, dochter van Wouter van Acht; zij schonk hem deze kinderen: mr. Jan, priester en kanonik van St. Jan Ev. te den Bosch; mr. Frans; Balthazar; Barbara, de echtgenoote van Jan, den zoon van Lambert Remboutszn.; Peter, Wouter en Jaspar van Balen. Zij verkochten, zooals wij hiervoren blz. 68 reeds zagen, 5 Mei 1545 (Reg. n°. 168 f. 273) van het goed huns vaders aan Peterken, dochter van Jan Herbertszn. en weduwe van Arnd Janszn. van der Sluys, een stuk van den tuin, gelegen bij het huis van wijlen hunnen vader ten einde van het erf van Symon Bacx Janszn. en zich zijdwaarts uitstrekkende tot aan de Waterstraat, met de huysinge, genoempt den stal, camer, brouhuys, backhuys, poirt ende met noch een huys en erve, staende voor aen de voors(straat), waarin toen woonde heer Willem van Balen, priester. Hun vader had blijkens eene akte van 14 December 1548 (Reg n°. 176 f. 242 vso), dit deel van zijn goed, dat toen werd gezegd te zijn: huis, stal, erf en plaats, staande en gelegen tusschen zijn huis, dat van Henrick van Broeckhoven en meer anderen ex uno en de Dieze ex alio in
| 89 |
1529 gekocht van Christiaan Coenen Hermanszn (Cf. ook nog Reg. n°. 136 f. 329). Hunne aandeelen in het overige van voorschreven goed huns vaders, waarvan toen ook al moet zijn verkocht geweest het hoekhuis, thans genummerd Wolvenhoek 4, verkochten genoemde kinderen van Balen, Jaspar uitgezonderd, aan hem, die daarin reeds een aandeel bezat, waarna deze dat restant 14 December 1548 (Reg. n°. 176 f. 242 vso) verkocht aan Christoffel van Balen Janszn. Laatstgenoemde had van zijne vrouw Thomasken, dochter van Jacob Coelborner, twee zonen: mr. Jacob van Balen, schepen van den Bosch 3) en echtgenoot van Angela Creeft 4), (dochter van Michiel Henrickszn en Elisabeth, de dochter van Henrick Kuysten) en mr. Peter van Balen, die raad van die stad was en een zoon mr. Frans van Balen had, eveneens raad derzelfde stad en echtgenoot van Anna Gecx.
Genoemde mr. Peter van Balen bekwam uit de nalatenschap van zijnen vader Christoffel van Balen wat deze, als voorzegd, 14 December 1548 van Jaspar van Balen gekocht had; hij verkocht het 24 Maart 1592 (Reg. no. 247 f. 43) aan zijnen broeder mr. Jacob bij eene akte, waarvan de inhoud is als volgt: Peter van Balen, zoon van Christoffel Janszn, verkoopt aan zijnen broeder mr. Jacob van Balen, schepen van den Bosch,: een goed, dat voorheen was huis, erf, plaats, galerij en put, staande en gelegen retro porcum silvestrem tusschen het erf van Petrus Gieliszn, sartor 5), en meer anderen ex uno en tusschen de erven van Cornelia wed. van Jan Lambertszn van den Borne en Peterken wed. van Arnd Janszn van der Sluys en hare kinderen, een steenen muur tusschen beiden liggende, ex alio, en dat nu is: duae mansiones sibi mutuo coadjacentes, porta, vacua hereditas, dicta plaetse, edificium, dictum galerye, domus posterior, puteus et ortus, staande tusschen de erven van de erfgenamen van Petrus Gieliszn en van mr. Gerard van Dieper-
| 90 |
beeck 6) ex uno en de erven zoo van Willem Ambrosiuszn als van de weduwe van Artus, zoon van Roelof Vastaerts Arndszn ex alio en zich zuidwaarts uitstrekkende tot aan de Dieze. Dit goed, dat thans is het kapitale heerenhuis van Gustave Tilman, genummerd Wolvenhoek 6, heette na laatstbedoelden verkoop de van Balenspoort, welken naam het zal gekregen hebben van de daarbij behoorende poort, die het nog in 1653 had, zooals blijkt uit eene Bossche Schepenakte van dat jaar (Reg. no. 403 f. 312), want daarin wordt dat huis gezegd te zijn: huys met eene poorte, erve, ledige plaetse ende hoff, gemeynlick genoemd Balenspoorte.
Van dit huis waren later eigenaars de echtelieden Lambert Boudewijnszn Peymans en Maria, de dochter van Jan Roelofszn van Heze, krachtens welken titel is mij echter niet kunnen blijken. Bij de verdeeling hunner nalatenschappen, welke in 1637 plaats had (Reg. no. 381 f. 448), werd dat huis, waarvan toen werd gezegd, dat Jan van Rysingen als man van Jutte, dochter van Roelof, den zoon van Henrick Roelofszn en Elisabeth, de dochter van Jan van Balen, daarvan een derde had verkocht aan Jan, (den zoon van Roelof Henrickszn en Elisabeth voornoemd) toebedeeld aan hunnen zoon Gijsbert Peymans.
In 1706 werd van dit huis gezegd, dat het eene openbaere herberghe was; het zal toen weder het eigendom van eenen Van Balen geweest zijn, want kort daarna komt daarvan als eigenaar voor Francis van Balen 7), als erfgenaam zijner ouders; krachtens welken titel is mij ook niet kunnen blijken; waarschijnlijk was hij eigenaar krachtens erfrecht, omdat ik vind, dat in den Bosch R.K. gedoopt werden de navolgende kinderen der echtelieden Jacobus van Balen en Adriana Peymans: 1674 28 September Lambertus 8), 1676 25 April Gijsbert.
| 91 |
Francis van Balen voornoemd was, na eerst wijnkooper te den Bosch te zijn geweest, later woonachtig te Udenhout. Als weduwnaar en erfgenaam van Anna Maria de Leeuw verkocht hij 13 October 1767 (Reg. no. 580 f. 77) van dit huis, dat nu de Hollandsche tuin geheeten werd en dat hij blijkens die akte van zijne ouders geërfd had, het noordelijk deel aan Theodorus Minoretti, woonachtig te den Bosch en het zuidelijk aan Anthony Mathias Suyskens, mr. zilversmid aldaar.
Bedoeld noordelijk deel werd 24 Maart 1770 (Reg. no. 591 f. 125), als wanneer het gezegd werd te zijn: „huyzing en erve genaamt van outs Baalenspoort en nu den hollantschen tuyn agter 't Wild Varken neffens huyzinge en erve van Antony Suyskens ex uno en dat van Leonardus Blom ex alio, door Johannes Verster de Balbian, notaris en procureur te den Bosch, als curator over de nalatenschap van genoemden Minoretti, verkocht aan Willem Hubert, mr. timmerman aldaar, die daarin Juli 1810 overleed, nalatende van zijne eerste vrouw 4 en van zijne tweede vrouw 2 kinderen.
Anthony Mathias Suyskens voornoemd, die een zoon 9) was van Antony en Petronella de Zeeuw, huwde Isabella Helena Josephina van Balen 10). Zij hertrouwde na zijnen dood met Lambertus Gerardus Antonius Schenck van Nijdeggen en na den dood van dezen laatste met Johannes Zeebis, gep. luitenant-kolonel.
Het hoekhuis, dat, als voorzegd, oudtijds tot de Van Balen's poort behoorde, evenals het nu weder aan den eigenaar daarvan toebehoort, behoorde in 1574 aan Jan, zoon van Willem Thielmans, doordien hij het toen gekocht had van Pieter, zoon van Gielis Lambertszoon en van Lambert, zoon van Pieter Gieliszn; in 1639 (Reg. no. 382 f. 504 vso) werd het toebedeeld, onder den last van fideicommis, uit de nalatenschap van Heylwich,
| 92 |
dochter van Jan Thielmans, raad van den Bosch, aan Maria Thielmans, dochter van Thielman, zoon van Jan Thielmans. Den 26 Augustus 1704 (Reg. no. 516 f. 343) is het voorts door de kinderen van Johan van Beughem en Johanna van Susteren, zijnde Sara Maria en Maria Catharina van Beughem; Henrico van Beughem, koopman, wonende te Brussel; Isabella van Beughem, echtgenoote van Everhard van Wittenhorst, drossaard van de Voogdij en het Nederampt van Gelder en Johanna Elisabeth van Beughem, weduwe van Anthony van der Vliert, verkocht aan Reynier van Boxel, koopman, woonachtig te den Bosch. Mr. Gerard Smits, advocaat aldaar, in diens hoedanigheid van curator over de minderjarige kinderen van Adriaan van Boxel (zoon van Reynier voornoemd) en Mechtilde Theodora van Ingen, zoomede als gemachtigde van hunne meerderjarige kinderen, in Dl. I blz. 264 reeds genoemd, verkocht 23 Juni 1750 (Reg. no. 565 f. 290) dat hoekhuis aan Johan Peymans, zilversmid en juwelier, woonachtig te den Bosch. Later behoorde het aan diens broeder Gijsbert Peymans, wijnkoop er te Rotterdam, die het 24 Mei 1760 (Reg. no. 577 f. 288 vso) verkocht aan Leonardus Blom, woonachtig te den Bosch; deze laatste verkocht het 12 September 1777 aan Michiel Loutermans, mr. lintwerker, ook aldaar woonachtig. | 93 |
Noten | |
1. | Blijkens eene akte van J 637 (Reg. no. 381 f. 448) had reeds zijn vader Jan van Balen daar ter plaatse onroerend goed, dat hij 28 Januari 1499 gekocht had van Jan de Graft. |
2. | Die plaats bevond zich ter plaatse genaamd het Klein Lombardje. |
3. | Men zie over hem Taxandria X p. 60. |
4. | Haar broeder was Adolph Creeft. |
5. | Het huis, thans genummerd Wolvenhoek 4. |
6. | Hij was eigenaar van het huis de Jonas in de Verwerstraat. |
7. | Men zie hierover nog Reg. n°. 397 f. 473 en Reg. no. 403 f. 312. |
8. | Blijkens Schepenakte van den Bosch van 3 Augustus 1736 (Reg. no. 557 f. 184) waren zijne kinderen Adriana van Balen, huisvrouw van Thomas Cornelis van Ryckevorsel en Francis van Balen, wijnkooper te den Bosch, blijkbaar dezelfde als de bovengenoemde Francis. |
9. | Zijne broeders waren Franciscus Wynandus Suyskens en Georgius Suyskens, R.K. Pr. en pastoor te den Bosch. |
10. | Zij schonk hem deze kinderen: Petronella Maria Suyskens, echtgenoote van Jacobus Ludovicus Watrin en Martina Maria Josephina Antonia Suyskens, echtgenoote van Philippus Jacobus van Coenen. |
1977 |
Ontwerp -aanvullende - monumentenlijstHuis met gepleisterde lijstgevel XIXB met pui (1954) verdieping met twee T-draairamen en kroonlijst. Balklagen met 7 vakken met moer- en kinderbinten. Kelder met moderne zoldering. Kap met dakschild.Gebouw van eenvoudige doch harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde.
Gemeente 's-Hertogenbosch 1977
|
1908 | Arthur Italie (firma Gebr. Italie) grossier gem. schoenw. |
1910 | Arthur Italie (firma Gebr. Italie) grossier gem. schoenw. |
1928 | F. Hoevenaars |
1943 | M.M.W. Spierings (boekhouder) |
1991 | mevr. Stolzenbach (café 't Wolvennest) |